Het voorjaar is aangebroken, de zon schijnt en de temperaturen stijgen. Dat betekent ook tijd voor vakantiegeld. Voor veel mensen is dit een extraatje dat ze goed kunnen gebruiken. Maar voor werkgevers kan het een uitdaging zijn. Hoe werkt de uitbetaling van het vakantiegeld precies? Wij beantwoorden de 3 meeste gestelde vragen voor je.
1. Mag je een lager percentage dan 8% uitbetalen?
Nee, dat mag niet! De vakantiebijslag bedraagt minimaal 8% van het brutoloon, met een maximum van 3 maal het minimumloon. Van dat laatste mogen werkgevers afwijken in het voordeel van de werknemer. Er zijn werkgevers die vakantiegeld toewijzen over het hele loon, of over een hoger percentage, zoals 8,33%. Soms is het zelfs verplicht om meer uit te betalen, namelijk als een positiever percentage in cao, arbeidsvoorwaardenreglement of arbeidsvoorwaarde is opgenomen.
2. Kan je vakantiegeld ook op een ander moment uitkeren?
De meeste bedrijven doen de uitbetaling 1 keer per jaar in mei. Een cao of arbeidsovereenkomst kan hierover iets anders bepalen, bijvoorbeeld uitbetaling in termijnen per half jaar, kwartaal of maand. Als je maandelijks uitbetaalt, moet je dit wel goed vermelden op de loonstrook.
Je kunt niet eenzijdig bepalen om het vakantiegeld later of in delen uit te keren. Het is alleen mogelijk als het in de wet, cao of arbeidsovereenkomst is bepaald. Doe je dit toch zonder grond, dan kan de werknemer verhoging en rente vorderen.
Je kunt wel individuele afspraken maken over uitbetaling van het vakantiegeld. Die afspraken moet je dan schriftelijk vastleggen. Houd er wel rekening mee dat dit negatief voor de werknemer kan zijn bij een faillissement en dat het je plicht als goed werkgever is om je werknemer hiertegen te beschermen.
3. Betaal je meer belasting over het vakantiegeld?
Over het normale loon betaal je inkomstenbelasting. Op de loonstrook zie je het verschil tussen het bruto- en nettoloon.
Het vakantiegeld komt bovenop het loon. En wordt gezien als bijzonder tarief. De loonheffing bijzonder tarief wordt betaald over eenmalige en bijzondere beloningen, zoals vakantiegeld. Omdat je daar geen loonheffingskorting op krijgt, betaal je voor je gevoel méér belasting.
Ons belastingstelsel heeft twee belastingschijven.
In 2024 zijn dat:
· Schijf 1: Tot € 75.518 per jaar betaal je 36,97% belasting.
· Schijf 2: Vanaf € 75.518 betaal je 49,50% belasting.
Je hebt ook recht op heffingskortingen: de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Die verlagen de belasting. Vanaf een bepaald inkomen gaan die heffingskortingen omlaag. Deze heffingskortingen worden ook elke maand verrekend.
Omdat het vakantiegeld bovenop het reguliere loon komt, kan het zijn dat de heffingskortingen aan het einde van het jaar lager uitvallen. Dan moet er geld terugbetaald worden. Om dat te voorkomen wordt er over het vakantiegeld een extra verrekeningspercentage toegepast.