Wanneer een werknemer in dienst komt, moet hij of zij de keuze maken om loonheffingskorting wel of niet toe te passen. Dit lijkt een simpele vraag, maar de keuze heeft directe gevolgen voor de hoogte van het nettoloon en de belastingafdracht. Wat is loonheffingskorting precies en wanneer is het verstandig om deze wel of niet toe te passen?
Wat is loonheffingskorting?
Loonheffingskorting is een korting op de loonbelasting en premie volksverzekeringen die door de werkgever direct wordt verrekend met het salaris. Hierdoor betaalt een werknemer minder belasting en ontvangt hij of zij een hoger nettoloon. Deze korting is bedoeld om ervoor te zorgen dat mensen met een lager inkomen direct profiteren van belastingvoordelen.
De loonheffingskorting bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder:
- De algemene heffingskorting: voor iedereen die in Nederland belastingplichtig is.
- De arbeidskorting: een extra korting voor werkenden, die hoger wordt naarmate het inkomen stijgt (tot een bepaalde grens).
Wanneer moet je loonheffingskorting toepassen?
Een werknemer mag de loonheffingskorting maar bij één werkgever of uitkeringsinstantie tegelijk toepassen. Dit betekent dat als iemand meerdere inkomstenbronnen heeft, er een keuze gemaakt moet worden.
Situaties waarin het verstandig is om loonheffingskorting toe te passen:
- De werknemer heeft slechts één werkgever of uitkeringsinstantie.
- De inkomsten uit deze werkgever zijn de voornaamste of enige bron van inkomsten.
- De werknemer wil direct profiteren van een hoger nettoloon, zonder achteraf belasting terug te moeten vragen.
Situaties waarin het beter is om loonheffingskorting niet toe te passen:
- De werknemer heeft meerdere werkgevers of een combinatie van loon en een uitkering. In dat geval kan het toepassen van de korting op beide inkomstenbronnen leiden tot een te lage belastingafdracht, waardoor er later een naheffing volgt.
- Er is al een andere werkgever of instantie waar de loonheffingskorting wordt toegepast.
- De werknemer wil voorkomen dat er achteraf belasting moet worden terugbetaald.
Wat gebeurt er als je de verkeerde keuze maakt?
Als een werknemer de loonheffingskorting bij meerdere werkgevers tegelijk toepast, wordt er te weinig belasting ingehouden. Dit betekent dat hij of zij bij de aangifte inkomstenbelasting een bedrag moet terugbetalen aan de Belastingdienst.
Andersom kan het ook: als iemand nergens loonheffingskorting toepast, wordt er juist te veel belasting ingehouden. In dat geval kan er bij de aangifte inkomstenbelasting geld teruggevraagd worden.
Hoe maak je de juiste keuze?
Bij het ondertekenen van een nieuwe arbeidsovereenkomst vult een werknemer het formulier ‘Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen’ in. Hierin geeft hij of zij aan of de loonheffingskorting moet worden toegepast. Twijfelt een werknemer? Dan kan het handig zijn om de voorlopige belastingaangifte te doen via Mijn Belastingdienst, zodat direct inzichtelijk wordt of er sprake is van een mogelijke naheffing of teruggave.
In het kort
Loonheffingskorting kan een fijn belastingvoordeel zijn, maar moet zorgvuldig worden toegepast. Werknemers met één werkgever kunnen de korting zonder problemen laten toepassen, terwijl mensen met meerdere inkomstenbronnen goed moeten nadenken waar ze de korting laten verrekenen om een onverwachte belastingaanslag te voorkomen. Bij twijfel is het altijd verstandig om vooraf een berekening te maken of advies in te winnen bij een belastingadviseur.